Interview met Kirsten van Hees
V: Kirsten, wie ben je en wat doe je?
A: Ik ben Kirsten van Hees en samen met Joost Thijssen heb ik Florates opgericht. Ons doel bij Florates is om beter inzicht te krijgen in de darmgezondheid van dieren. Dit doen we door de balans van het darmmicrobioom te analyseren, specifiek door de verhoudingen tussen verschillende bacteriegroepen te onderzoeken. Ook kunnen we testen op darmschade.
V: Wat wordt bedoeld met 'microbioom'?
A: Het microbioom omvat alle micro-organismen (zoals bacteriën, schimmels, virussen en andere microben) die in en op het lichaam van een levend organisme leven. Het darmmicrobioom is het meest bekend en uitgebreid bestudeerd. Bij Florates richten we ons specifiek op bacteriën. Als er bijvoorbeeld geen virus wordt gevonden en "er klopt nog steeds iets niet", dan constateren we vaak dat de balans tussen de darmbacteriën verstoord is.
V: Waarom is het microbioom zo belangrijk?
Antwoord: Het microbioom speelt een essentiële rol bij de spijsvertering, het immuunsysteem en de productie van bepaalde vitaminen. Het helpt ziekteverwekkers bestrijden, reguleert het immuunsysteem en helpt bij het afbreken van voedsel en de opname van voedingsstoffen. Een gezond microbioom draagt bij aan het algehele welzijn, een efficiëntere voederconversie en snellere groei.
V: Wat is er bekend over het microbioom van varkens?
A: De kennis over het microbioom van varkens neemt gestaag toe, hoewel veel aspecten nog onduidelijk zijn. Verschillende studies vergroten snel ons begrip van referentiewaarden en de acties die kunnen worden ondernomen om het darmmicrobioom te moduleren. Samen met De Varkenspraktijk verzamelden we mestmonsters van zeugen op verschillende boerderijen, evenals monsters van hun biggen voor en na het spenen. Hieruit konden we een aantal interessante verbanden en conclusies trekken:
Er is een duidelijke relatie tussen het darmmicrobioom van de zeug en dat van haar biggen. Op bedrijfsniveau zien we verschillen in het darmmicrobioom tussen stabiele bedrijven en bedrijven die minder stabiel zijn. Het effect van het toevoegen van een additief om het microbioom te moduleren na het spenen werd snel duidelijk.
Wat kunnen we met deze kennis doen?
Onze tests kunnen worden gebruikt als controle-instrument. We maken gebruik van een stoplichtsysteem - groen, oranje en rood. Als uw dieren in de oranje of rode categorieën vallen, biedt dit, in samenwerking met uw dierenarts of voervoorlichter, waardevolle inzichten voor het maken van aanpassingen. Daarnaast kunnen de tests worden gebruikt om het effect van veranderingen in voer of additieven te meten.
In de figuur zie je de gemiddelde butyraatratio van vijf zeugen van twee bedrijven (weergegeven door de grote stip) op dag 109 van de dracht, gevolgd door de biggen van die zeugen van dag 1 tot dag 20 na het werpen (de groene en blauwe lijnen).
Na het spenen was de vertering van de biggen op de groene boerderij suboptimaal en het uitvalpercentage te hoog. Na het spenen werd een additief via het water toegediend. Omdat de daling van de butyraatratio aanhield, werd er ook een additief via het voer toegediend. Het effect van deze maatregelen werd snel zichtbaar, met positieve resultaten in de stal.